Let op, geld lenen kost ook geld.

button leningen vergelijken

Garantiefonds: waarborg tot 100.000 euro

In tijden van economische- en financiële crisis stelt men zich wellicht de vraag of spaargeld veilig staat op de bank. Zo was er recent de opheffing van de bankvergunning van Optima Bank waarbij enkele duizenden Belgen het risico hadden om hun spaargeld enerzijds en financiële instrumenten anderzijds, in rook te zien opgaan.

In uitvoering van meerdere Europese richtlijnen werd in 2008 in België het garantiefonds opgericht. Wat is het garantiefonds exact en zijn alle vormen van sparen beschermd die men reeds in het verleden heeft verricht? Of heeft het garantie fonds minder te bieden dan men werkelijk denkt?

Wat is het garantiefonds?

De officiële benaming van het garantie fonds is “het Garantiefonds voor financiële diensten”. Deze benaming maakt onmiddellijk duidelijk dat het garantiefonds niet enkel dekking biedt voor fondsen oftewel spaargeld, maar ook voor andere financiële activa.

Dankzij de tussenkomst van het garantiefonds geniet men als spaarder van een bescherming van € 100.000,- per persoon en per financiële instelling. Dit betekent dat wanneer een bank zou failliet gaan, dat het garantiefonds het spaargeld zal terugbetalen met een maximum van € 100.000,- per persoon en dit per bank.

Bank kluis

© Pixabay

Het bedrag dat men zou gespaard hebben boven dit maximum, zal men wellicht kwijt zijn zo uit de vereffening geen extra’s zouden naar boven komen. Wanneer men dus meer dan € 100.000,- aan spaargeld zou hebben, raden wij aan spaargeld te spreiden over meer dan één bank. Op die manier is al het gespaarde geld beschermd.

Het garantiefonds komt enkel tussen voor klanten van banken die zijn toegetreden tot de beschermingsregeling. Voor een overzicht van alle aangesloten leden kan men terecht op de website van het garantiefonds. In België zijn alle grote kredietinstellingen zoals Argenta, AXA, BNP Paribas Fortis, KBC Bank en ING lid van het garantiefonds.

Enkel voor buitenlandse banken en internetbanken loont het de moeite de ledenlijst te controleren of de kredietinstelling onder de bescherming valt. Mogelijks vallen zij onder het garantiestelsel van een ander land, waardoor de bescherming anders en/of lager is dan € 100.000.

Welke bedragen zijn gewaarborgd?

Het garantie fonds voorziet een waarborg van € 100.000,- per klant. Zoals hierboven vermeld, wordt dit bedrag toegepast per financiële instelling die toegetreden is tot de beschermingsregeling. De beschermingsregeling geldt ongeacht de valuta van de rekening. Zo kan het zijn dat men een termijnrekening aanhoudt in Amerikaanse dollar bij een Belgische bank, en toch van de bescherming van het garantiefonds kan genieten.

Wanneer men bij één financiële instelling over meer dan € 100.000,- zou beschikken, zal het overschrijdende gedeelte niet gewaarborgd zijn. Bij bv. € 120.000,- bij één financiële instelling zal men enkel zeker van € 100.000,-. De overige € 20.000,- zal men zelf trachten te verhalen bij de bank of jammer genoeg als verlies moeten dragen.

Bescherming van deposito’s

Hoewel men vooral een bescherming zal willen voor spaargeld, biedt het garantiefonds bescherming voor de tegoeden op:

  • Zichtrekeningen;
  • Spaarrekeningen;
  • Termijnrekeningen;
  • Beleggingstegoeden (tegoeden van gelden bestemd voor of voortkomend van beleggingsverrichtingen in financiële instrumenten);
  • Op naam gestelde kasbonnen en de gedematerialiseerde en op nominatieve rekeningen geregistreerde kasbonnen; en
  • Obligaties of andere effecten uitgegeven of gestort vóór 2 juli 2014.

Ook voor financiële instrumenten voorziet het garantiestelsel in een bijzondere waarborg. Het garantiestelsel voorziet een waarborg tot € 20.000,- tegen het frauduleus verlies van effecten.

In principe komen effecten niet in het gedrang wanneer een bank zou failliet gaan. De bank investeerde immers het geld in aandelen van bedrijven of overheidsobligaties, waardoor deze laatste spelers eigenlijk over het geld beschikken. Mochten de effecten ten gevolge van frauduleus beheer toch verloren gaan of niet meer teruggevonden kunnen worden, dan zal men als gedupeerde maximum € 20.000,- via het garantiefonds kunnen recupereren.

Het garantiefonds: redding of een lege doos?

Het garantiefonds werd opgericht vanuit Europees initiatief om een paniekreactie van spaarders te vermijden. Mochten spaarders immers bij het faillissement van één bank overgaan tot het opnemen van alle spaargeld, zullen bij meerdere banken het faillissement volgen en zo een grotere financiële en economische crisis veroorzaken.

Het garantiefonds werd in 2008 per koninklijk besluit opgericht in de schoot van de Deposito- en Consignatiekas. De Deposito- en Consignatiekas kan beschouwd worden als een overheidsinstelling belast met het beheer van verschillende taken die aan geld kunnen gelinkt worden. Zo staat de Deposito- en Consignatiekas onder meer in voor:

  1. de consignatie van financiële verplichtingen uit gerechtelijke vonnissen en arresten,
  2. het beheer van slapende rekeningen, en dus ook
  3. het beheer van het garantiefonds.

Het garantiefonds wordt opgebouwd via stortingen afkomstig van de deelnemende financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en erkende coöperatieve vennootschappen. De geïnteresseerde instellingen betalen naast een eenmalig toetredingsrecht eveneens een jaarlijkse bijdrage. Door deze betaling mogen de banken het keurmerk van “beschermd door het garantiefonds dragen”. Al dient “mogen” genuanceerd te worden.

Uit de regelgeving betreffende de organisatie van het garantiefonds blijkt immers dat het garantiefonds verplicht is voor “de kredietinstellingen; de beursvennootschappen; de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies; bepaalde beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging; en de verzekeringsmaatschappijen erkend in de hoedanigheid van verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement, behorend tot tak 21.”

Zo werd in de loop van 2015 voor circa € 440 miljoen aan toetredingsrechten en jaarlijkse bijdragen gestort aan het garantiefonds. Enige nuancering daarbij: het bedrag van stortingen aan het garantiefonds daalde van € 2,1 miljard in 2008 tot € 440 miljoen in 2015. Het garantiefonds blijkt dus jaar na jaar minder geld in het laatje te brengen.

Het geld dat via de Deposito- en Consignatiekas wordt ontvangen, wordt op haar beurt sinds 2012 doorgestort naar de schatkist binnen de zogenaamde “interventiereserve”. Bij eventuele tussenkomsten van het garantiefonds vraagt de Deposito- en Consignatiekas het nodige geld opnieuw op bij de schatkist.

In tussentijd kan de Staat via het geld maatschappelijke projecten organiseren, de veiligheid garanderen, enz. De Deposito- en Consignatiekas beschikt met andere woorden over een vordering op de overheid. Anders gesteld is het garantiefonds dus afhankelijk van de mogelijkheden van de Belgische staat om de gedupeerde spaarders tegemoet te komen.

Wat betekent dit in praktijk?

Wanneer de meest recente cijfers van de Nationale Bank van België en de Deposito- en Consignatiekas worden bekeken, blijkt er gemiddeld € 247 miljard op alle Belgische rekeningen te staan. Dit betekent dat elke Belgische inwoner over gemiddeld € 22.500,- op zijn/haar zichtrekening, spaarrekening en andere rekeningen beschikt. Wanneer alle financiële instellingen dus in problemen zouden raken, blijkt er een probleem te zijn. Immers blijkt er uit het jaarverslag van 2015 dat er ‘maar’ € 4,3 miljard momenteel in de interventiereserve schuil gaat.

In praktijk zal men dus van faillissement tot faillissement moeten beoordelen of er voldoende financiële middelen in het garantiefonds zitten om alle gedupeerden te vergoeden. In geval van de stopzetting van activiteiten van Optima Bank ging het om totaal aantal deposito’s ter waarde van € 90 miljoen. Met een beschikbare interventiereserve van € 4,3 miljard bleek dit dus eenvoudig na te komen.

Wanneer daartegenover meerdere banken failliet zouden gaan en de put bv. € 20 miljard zou zijn, zal het moeilijker worden voor het garantiefonds om alle gedupeerden te vergoeden en zal het garantiefonds dus moeten gaan aankloppen bij de Belgische staat. Vanuit dat idee werd door de Europese regelgevers het verplicht systeem van bail-in ontwikkeld.

Het garantiefonds heeft dus vooral, en zoals bevestigd door de Nationale Bank van België, een psychologisch doel. Met wenst via het garantiefonds te vermijden dat de bevolking over zou gaan tot een paniekreactie waarbij alle deposito’s door de burgers van bij de financiële instellingen worden weggenomen waardoor het hele financiële klimaat kan worden gedestabiliseerd.

Bij het faillissement van één of enkele kleinere banken blijkt er geen vuiltje aan de lucht. In dat geval zullen alle gedupeerde spaarders zeker via het garantiefonds vergoed kunnen worden. Voor het effect van het faillissement van meerdere grootbanken blijft het (bang) afwachten.

Wilt u ook de goedkoopste lening vinden?

button leningen vergelijken